woensdag 21 juni 2023

Stel dat mijn moeder meekeek

Het is zo'n makkelijke uitspraak, de geschiedenis herhaalt zich. Totdat je het ook echt meemaakt. Ik heb die speciale gevoeligheid waardoor ik al gauw dingen uit de oudheid projecteer op toch prozaïsche dingen die ik meemaak. En dan gaan de gedachten met me op hol.

Een van de drie managers die we op school weg willen hebben, weet hoe ver gezocht mijn projecties zijn. Ja, Anton, daar ga je weer, zegt hij dan. Ik krijg op dat moment het idee dat hij me beter kent dan wie ook. Toch willen we hem weg hebben, want mijn projecties zijn iets van de zijlijn. Geschiedenis blijft geschiedenis, ook als er in de marges dingetjes gebeuren die hooguit geborduurde vlinders op een wc zijn.

Nu we daar toch aan denken: voortborduren heeft zeker ook iets te maken met de generaties. Stel dat mijn moeder erbij was, gisteren, toen haar kleindochter ergens een gelofte moest afleggen, waar ze nu al een tijdje werkt. Haar blik zou langs de muren gaan en blijven rusten op onze koning en onze koningin. Dat was nu eenmaal haar gevoeligheid. Ze had altijd boeken over dynastieën op haar nachtkastje liggen.

Ik mag niets zeggen over die plechtigheid, want zoiets moet altijd INTEGER zijn, dat wil zeggen afgesloten van verontreinigende invloeden van buitenaf. Het moet ergens gebeuren in een afgescheiden ruimte waar al die lui met hun belangen even geen toegang toe hebben.

Voor mijn ogen verrijst een scène waarin de spreker met zijn rug naar de Jupitertempel van het Capitool staat. Toevallig lees ik net Tacitus, de beroemde Romeinse geschiedschrijver die terugkijkt op de eerste eeuw na Christus, en het jaar waarin maar liefst vier keizers elkaar opvolgden. Nero, de moedermoordenaar, was opgevolgd door de strenge Galba, en die weer door de realistischere Otho. Op weg naar het machtscentrum (Capitool) legden de toestromende soldaten hun gelofte af, en Otho wierp hun kushandjes toe. Zo verliepen de dynastieke verwikkelingen destijds.

Nu klonk er een zware toespraak. Nauwelijks foto's. De gemeentesecretaris werd in zijn rug begeleid door de eerste donders en bliksems sinds maanden. Jupiter, oppergod en verbreker van integriteit par excellence, liet zich bulderend horen.

Ik stel me voor hoe mijn moeder erbij had gezeten. Net als wij op de achterste rij. Bevend dat haar het woord zou worden gegeven. Glunderend en tegelijk vol schaamte. Dochter van een boer, echtgenote en oma van een ambtenaar. Je treedt toe tot de goden, en dat gaat nooit zonder slag of stoot.

Iets van die generatieschokken voel ik bij dit schrijven. Wat mag ik zeggen? Wat is geheim, wat de kern van de openbaarheid? Hoe nauw ben ik ermee verbonden? Stel we leven in een democratie. Ik ben in zekere zin die koning, met naast mij die koningin, we zijn zelf het paar dat aan de muur meekijkt. Het is niet alleen onze dochter die daar staat maar ook de hele godganse toekomst van het land en van al onze voorouders, inclusief mijn moeder.

Laat ik me beperken tot een of twee gedachten. Een: ik krijg enig begrip voor die leiders die ons de wet in handen geven. Het zijn maar mannen, met hun gebreken, zoals mijn vader. Mannen met hun kinderlijke toewijding. Twee: het zijn de vrouwen die ons mannen bewaken. Zoals ooit Juno, gesymboliseerd door de ganzen op het Capitool. De man staat in het midden, en de vrouwen zien erop toe dat het geen lachertje wordt.

Ik kijk naar de foto van mijn moeder, hier tegenover me in de huiskamer, en zie een aarzelend knikje. Alsof ze zoals zo vaak al zit te knikkebollen. Zalig het land waar je vroeg mag slapen.

Portret van de Koning en Koningin: Portret Maxima met de parel KLEIN 29,7 x  42 cm


De vlindertuin van Emmen

Het koningshuis heeft steeds minder nut. Het loopt zijn kilometer, schudt handjes en drukt zijn kus af op de hand van een vrouw. Het heeft z...