maandag 18 augustus 2025

Praktische filosofie over luisteren is bere-interessant!

Mijn moeder stond erom bekend dat ze zo goed kon luisteren. Als kinderen zagen we ook een andere kant. Als mijn moeder had staan praten met een buurvrouw kwam ze doodmoe thuis. Ze had wel goed geluisterd naar die buurvrouw, maar was geïrriteerd dat die buurvrouw zo slecht kon luisteren. Mijn moeder vertoonde dus wel goed gedrag, maar werd daarvoor niet beloond. We hebben ervan geleerd dat luisteren vaak niet loont. Het levert je wel veel sympathie op, maar je voelt je toch miskend, met je irritaties.

Dit laat onverlet dat goed luisteren een deugd is. Er zijn nu in het politieke veld polarisatiedeskundigen werkzaam, zelfs filosofen, die ons aanraden dat we onze oordelen moeten opschorten en vaker moeten luisteren. Ze suggereren dat dit helpt om de polarisatie te verminderen. Dat zou je kunnen bevestigen met onderzoeken. Maar het interessantste vinden we toch filosofen die praktisch durven te denken. De onderzoeken komen met zoveel wirwar en complicaties dat ons dat niet snel verder helpt. Een praktisch filosoof is juist zo boeiend omdat hij afstand neemt van die wirwar zodat we weer durven handelen.

Zo kom ik bij mijn bewering dat praktische filosofie over polarisatie bere-interessant is.

Zelf beschik ik over te weinig ervaring om een oordeel te vellen over de effectiviteit van luisteren. Ik kan wel weer over mijn moeder beginnen, maar die kent niet iedereen. Uit mijn eigen ervaring weet ik dat mensen met uitvoerige verhalen en stellige oordelen het fijn vinden als ik naar hen luister. Zo voelen ze zich aangemoedigd om met nog meer verhalen en oordelen aan te komen. Luisteren kan dus het effect hebben van een katalysator.

De laatste jaren ligt mijn expertise iets meer bij filosofen als Plato. Die schreef gesprekken op die zijn leraar Socrates voerde met allerlei experts van zijn tijd. Plato heeft dus waarschijnlijk goed geluisterd. Maar de meeste experts werden nogal onderuit gehaald door Socrates, en zijn tijdgenoten raakten zo geïrriteerd door zijn benadering dat ze hem uit de weg ruimden. Socrates is dus geen erg goed voorbeeld voor iemand die gelooft in de deugd van het luisteren. En Plato presenteert zichzelf vooral als aanhanger van Socrates, hij stond niet zodanig boven de partijen dat hij een depolariserende rol kon spelen.

Met al mijn ervaring kom ik dus niet verder dan mijn bewering van zojuist, dat praktische filosofie over polarisatie bere-interessant is.

Werkvorm voor de zorg: Actief luisteren - Boom Management

donderdag 7 augustus 2025

Thuiskomen in metamorfoses

Ik vond het altijd fijn om ergens te vertrekken. Toen ik ouder werd vond ik het fijn om ergens terug te komen. Op een lange fietstocht kon ik me verheugen op mijn thuiskomst waar mijn moeder me stond op te wachten. Dan kon ik lekker vertellen hoe ver we waren geweest enzo. Mijn moeder reageerde altijd geïnteresseerd, maar na de zoveelste tocht nogal flauwtjes.

Nu is mijn moeder er niet meer, maar wel mijn zussen, daar in Limburg. Als ik er ben kom ik bij familie die het thuiskomen verandert. Zo zat ik bij mijn oudste zus en zei Inez dat ik even naar de wc moest. Daar stond een doosje met vogelzang. Dat voelde bijna als thuiskomen, de associatie met het nest, maar ook met de bijzondere dingen op de wc, zoals bij ons thuis de geborduurde vlinders van mijn moeder.

Bij mijn jongste zus keken we samen BB vol liefde. Er zijn allerlei Nederlanders met een BB in het buitenland die liefdeskandidaten op bezoek krijgen. Dat zijn ook weer Nederlanders. Zo opent zich weer een nieuwe ervaring van thuiskomen. Je vertrekt, want dat wil je. Maar in den vreemde creëer je je thuis naar het model van thuis. Dan kies je je partner naar het model van de mensen thuis. Nederlands, whatever that may be.

Je krijgt een intieme blik in onszelf als koloniaal. Je moest de wereld veroveren en missioneren. Je slaagde erin je daar - heel ver weg - thuis te voelen door die donkere ander als afzetpunt in te zetten. Zo vond je je identiteit zonder je trots als zelfstandige heer op te geven. In den verre was je meer thuis dan je thuis ooit had kunnen zijn.

Misschien dat mijn filosoof Agamben zoiets bedoelt met thuiskomen waar je nooit geweest bent. Hij gaat nog weer verder. Wij maar denken dat je echt iemand bent daar, in die landen. Maar hij zegt dat je een ander bent, het ik is een ander. Hooguit kun je zeggen dat je iets hebt. En wat je hebt is in wezen helemaal niets. Oké, denk ik dan, je neemt een boot vol kruiden mee en een hoop goud. Maar je blijft tegelijk naar de kerk gaan waar je hoort dat je daar iets had moeten brengen. Zo weten we nog steeds niet waar we thuis zijn, of dat ergens een plek is ofzo.

We zijn ook nog naar een museum geweest, met kunstwerken van een Antilliaanse schilderes (Rinella Alfonso) en van een Limburgse kunstenaar (Charles Eyck). Deze laatste past deels in het koloniale verhaal. Hij maakte religieuze kunst, bijvoorbeeld een expressionistisch Christusbeeld. Zo trok hij de aandacht van een arts op Curaçao die ook van kunst hield. Eyck kwam er voor inspiratie maar ook om iets te brengen. De prachtige huiveringwekkende olieverfschilderijen van Alfonso zou je kunnen zien als voortzetting van deze beweging. Ze brengt iets daar in Heerlen wat geïnspireerd is door Curaçao én door Eyck. Er gaat iets heen en weer, de plaats doet ertoe en doet er niet toe. De Geest waait waarheen Zij wil.

Het lijken wel spoken, op die doeken van Alfonso. Maar het zijn ook kammen. Huiselijke voorwerpen. Met tanden die kunnen bijten. Is de Geest soms een spook geworden? Ik zie mezelf weer terug in mijn kelderkamer, met dat schilderij van Van Gogh, die schedel met sigaret. De onderwereld onder het huis waar je woont en waar je vertrouwd bent met de geesten. Het kunnen je vrienden worden. Ze dragen altijd iets van wraak en gerechtigheid in zich.

Misschien zijn we toe aan een nieuwe thuiservaring, wie weet. We worden gedragen door bijvoorbeeld de kunst of wat we lezen. Of dat nu per se altijd unheimlich is... Met een leerling verkennen we in een werkstuk nu een soort omkering van Freud. Niet het huis maar het hotel. Je komt er thuis om te vertrekken. Je gastheer schuift de rekening onder je neus maar je had al betaald. Zo ben je in wezen onschuldig.

We verbleven in hotel Vaeshartelt, het vroegere lustoord van uitbuiter Regout. Je wordt verwelkomd door twee sfinxen die meteen herinneren aan Freud en de dwang om snel te interpreteren anders word je gewurgd. Kunnen we die sfinxen ook anders passeren? Ga ik toch weer naar de wc, de wc van onze vlinders en vogelzang. Nu pis ik in de bak met de letters Sphinx. Er stroomt weer iets, het voelt als thuiskomen.



Praktische filosofie over luisteren is bere-interessant!

Mijn moeder stond erom bekend dat ze zo goed kon luisteren. Als kinderen zagen we ook een andere kant. Als mijn moeder had staan praten met ...