zondag 30 oktober 2022

Het vallen vasthouden

    Herbst  Rainer Maria Rilke (1875-1926)

    Die Blätter fallen, fallen wie von weit,

    als welkten in den Himmeln ferne Gärten;

    sie fallen mit verneinender Gebärde.

Vanmiddag werd het gedicht waarvan dit de eerste drie regels zijn voorgelezen in de Waalse Kerk in Arnhem. Inez en ik zijn erheen gewandeld (7 km) en hebben onderweg door bladeren gewandeld, we zagen vallende bladeren en mooi gekleurde bomen. Het is niet makkelijk te zien hoe je naar die vallende bladeren kunt kijken zoals Rilke dat doet, hij ziet ze vallen met ontkennende gebaren. Hoezo ontkennend? Met een beetje fantasie zie ik wel hoe ze dwarrelen van links naar rechts en terug, zigzaggend, en dat kun je weer zien als een neeschuddend hoofd.

De metafoor van de bladeren heeft me in mijn vorige blogserie behoorlijk beziggehouden, terwijl het al die tijd, vanaf begin februari, maar heel kort herfst was. Toen ik een tijdje bezig was in dat format zag ik eigenlijk meer in het fladderen. Ik zag mezelf als een fladderend persoon, maar ik niet alleen. Het leek een kenmerk te zijn van onze tijd. Alles fladdert en bladdert, er is maar weinig stabiliteit. De ene dag neem je een standpunt in, de dag erna gebeuren er dingen waardoor je dat weer moet veranderen.

Vandaag zagen we in Buitenhof admiraal Rob Bauer. Hij vindt dat de pensioenfondsen weer moeten investeren in wapens, want die Oekraïners hebben onze steun hard nodig, en de Navo-landen moeten zich ook kunnen verdedigen tegen de agressie van Poetin. We waren het eigenlijk wel gewoon eens met Bauer, terwijl we vroeger nog zo pacifistisch waren. De keuze voor het investeren in wapens vind ik verdedigbaar wanneer er zo'n duidelijk verschil is tussen aanvallers en verdedigers, zoals dus Poetin en de Oekraïners. Haast ongemerkt waren we veranderd van pacifisten in oorlogssympathisanten.

Het ontkennende gebaar van de vallende bladeren begint al meer betekenis te krijgen.

Een andere uitleg drong zich op in de Waalse Kerk waar dit gedicht werd voorgelezen. In de inleiding merkte Clem (die ik nog ken uit mijn kerkelijk verleden) op dat vallende bladeren schijnbaar negatief zijn, alles loopt schijnbaar uit op de dood. Ik kan het gedicht nu zo lezen dat de bladeren als verschijning of schijn de negativiteit of de dood symboliseren. Hun ontkennende gebaar is dat ze het leven ontkennen. Maar in die kerkelijke sfeer voel je al aan dat die schijn gecontrasteerd gaat worden met de waarheid. Zoiets gebeurt ook verderop in het gedicht van Rilke, het gedicht eindigt als volgt: 

    Und doch ist Einer, welcher dieses Fallen

    unendlich sanft in seinen Händen hält.

Alles valt, niet alleen de bladeren, maar wijzelf ook, zegt het gedicht. Maar gelukkig is er iemand die dit vallen in zijn handen houdt, ook nog oneindig zacht. Nu overvalt me weer een nieuwe verwondering. Waarom zegt Rilke niet gewoon dat die ene (=God?) de bladeren in zijn handen houdt, maar 'dit vallen'? Misschien moeten we in de richting denken van betekenis of zin van het vallen. Vertrouw er maar op dat het vallen zin heeft.

Dit is een moeilijke gedachte. Ik zie die lieve mensen in de kerk als een gemeenschap die daar een uurtje bij elkaar zit voor bezinning, met Rilke, Schubert en Janaček. Erfenis van de oude katholieke mis, nu bijna een concert, maar dan met amateurmusici. Ze houden de gedichten en pianostukken die in de tijd vallen vast met hun handen en stemmen.

Ik ben er nog niet uit. Moeten we de bladeren in onze handen houden of het vallen? Misschien zijn beide alternatieven ongepast, er is er 'iemand' die het vallen in zijn handen houdt.

Laat maar vallen moeten we maar denken, laat maar gaan, die zucht naar betekenis. De blaadjes vallen, dat is het.

Herfstbladeren opruimen: tips en tricks - Gereedschapcentrum - Blog


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Vertrouwd met stoffen - De wandtapijten van Marga-Tas

Ik heb al een weg afgelegd met mijn opvatting van het eigene. In de jaren tachtig leerde ik dat het om de Ander ging, en dat vervreemding zo...