Vermeer drong zich in deze serie al van het begin af aan op. Ik weet niet of hij toen ook al in het nieuws was. Hoe dan ook, dezer dagen speelt de kwestie van het Meisje met de fluit. Ze hangt in een museum in Washington. Daar zeiden ze dat dit schilderij niet van Vermeer is. Hoofdargument is dat dit schilderij niet de finesse toont die we van Vermeer gewend zijn. Kan heel goed zijn dat het schilderij gemaakt is door een metgezel van Vermeer, die niet over diens finesse beschikt.
Mijn eerste reactie bij dit soort controverses is onverschilligheid. Wat maakt het uit of het van Vermeer is of niet? Het schilderij is het schilderij, en daar verandert de toeschrijving niets aan. En als dat wel zo is, dan is er iets mis met de manier waarop wij naar die schilderijen kijken. We moeten toch naar zo'n schilderij kunnen kijken als iets tussen dat schilderij en ons, waarbij de maker er niet meer toe doet. Maar het kan ook heel goed zijn dat ik de finesse mis om hier goed over te kunnen oordelen.
U merkt, ik ben alweer aan het voortborduren. In de controverse zoek ik mijn positie, en breng ik, om met de medewerkster van het Amerikaanse museum te spreken, een 'korrelige' ondergrond aan in de controverse. Ik bevind me dus vast niet op het niveau van Vermeer en de kunstkenners. Maar misschien kan ik op mijn manier wel met alweer een term van die medewerkster, 'metgezel' zijn. Ik heb een paar argumenten in de krant gelezen en probeer al schrijvend uit of ik met mijn interesse een bepaald soort zijlicht op de controverse kan laten schijnen. Overigens lijkt me de term 'zijlicht' best wel van toepassing als we het over Vermeer hebben.
Toen ik een paar blogs geleden naar plaatjes zocht in verband met Vermeer, kwam ik ook aardige borduurwerkjes tegen. Er moeten veel mensen zijn geweest, en nog steeds, die al bordurend proberen in de buurt van Vermeer te komen. Ze zullen vast niet de illusie hebben dat hun borduurwerken niet van de echte Vermeer te onderscheiden zijn. Ik denk dat het in zekere zin heel simpel is. Stel dat je borduurt én Vermeer mooi vindt. Dan ligt het voor de hand om beide voorliefdes te combineren.
Het zijlicht dat ik liefst zou aanbrengen in de controverse hoef ik niet zelf te bedenken. Ik zie het al in de inleiding van het krantenbericht van Rutger Pontzen: 'Waar de National Gallery of Art in Washington een maand geleden nog meldde dat Meisje met de fluit niet aan Vermeer toebehoort, zegt het Rijksmuseum nu dat dat juist wel het geval is - om exact dezelfde reden.' Die reden heeft te maken met de ruwe verfopbreng en de korrelige ondergrond. Vermeer was gewoon aan het experimenteren, zegt een medewerker van het Rijksmuseum. Hij probeerde steeds iets anders.
Als ik het goed begrijp (maar daarvoor mis ik dus misschien de finesse) gebruiken Washington en Amsterdam hetzelfde argument om het schilderij al dan niet aan Vermeer toe te schrijven. Dat werpt voor mij een bepaald licht op deze controverse, maar misschien ook wel op andere controversen, en misschien wel op alle controversen. Ik dacht altijd dat de tegenstanders verschillende argumenten hanteerden, maar nu zie ik dat ze bij voorkeur dezelfde argumenten hanteren. Dat is ook wel logisch. Je wil de ander overtuigen van je tegenovergestelde standpunt, en daarvoor kun je het best het argument gebruiken dat de ander zelf ook hanteert.
Ik vraag me af hoe zijlicht kan werken. Kunnen we daarbij iets leren van de schilderijen van Vermeer? Mij valt op dat hij in nogal wat schilderijen vrouwen portretteert met een ding. Het muziekinstrument komt er zelfs relatief vaak op voor. Muziekinstrumenten bespelen is een bepaalde manier om de werkelijkheid naar je hand te zetten, te instrumentaliseren. Nu lees ik dat zoiets ook speelt bij de tegenstanders in de controverse. Amsterdam heeft er belang bij dat Meisje met de fluit van Vermeer is, want ze organiseren weer een grote tentoonstelling, waarbij ze graag veel toeschouwers hebben. Ze hebben er ook belang bij dat Washington het geen echte Vermeer vindt, want dan kunnen ze het makkelijker en goedkoper overnemen.
Vandaag heb ik op school een toets Latijn gegeven over gedichten van Catullus, over een meisje dat met een musje speelt, en waarnaar de ik-persoon verliefd en jaloers kijkt. Daar zie je een soortgelijke structuur van meisje met ding/dier en het licht dat de dichter er via de emoties van de ik-figuur op laat vallen. Wat het zijlicht bij Vermeer doet, en de emotie bij Catullus, is denk ik dat ze een soort openheid en diffusiteit verlenen aan het kunstwerk. Het kunstwerk kan nog zo scherp in het licht geplaatst worden, het effect ervan is juist een soort zachtheid die ons bevangt.
We kunnen ook die controverse als een zijlicht zien. Door die ruziemakers gaan we weer extra naar dat schilderij van Meisje met de fluit kijken, waar we extra genieten van de afwezigheid van controversen. Het lijkt of de controverse ook door het schilderij zelf wordt gebruikt om in het schilderij iets van vrede te ervaren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten