woensdag 9 november 2022

Opgezogen in de muziek - Stravinsky en het offer

Muziek drukt niets uit. Muziek drukt alleen zichzelf uit. Dat zei Stravinsky. Nu heb ik al eens lang geleden in een artikel voortgeborduurd op deze gedachte, met de nadruk op het negatieve aspect ervan. Muziek zou geen relatie hebben met de buitenwereld, muziek verwijst nergens naar. De Amerikaanse muziekwetenschapper Richard Taruskin gebruikt in zo'n geval de uitdrukking cordon sanitaire. Iemand zegt iets over muziek, en wel dat muziek niet is wat erover wordt gezegd.

Filosofisch interessant natuurlijk, want het is een paradox: wat ik zeg over muziek zegt niets over muziek. Maar ook politiek interessant, want we gebruiken de term cordon sanitaire voor de strategie om niet samen te werken met foute politieke partijen. Ogenschijnlijk hebben beide zaken niets met elkaar te maken. Maar juist in het geval van Stravinsky zien we een mogelijk verband. Stravinsky schreef onder meer de beroemde, destijds schandaleuze balletmuziek Le sacre du printemps. Een jonge vrouw wordt in het voorjaar door een groep dansers in een offer ter dood gebracht.

Taruskin herinnert eraan dat Stravinsky later wel bewondering had voor Mussolini. Nu vind je het misschien geforceerd om een verband te leggen tussen beide zaken. Maar gisteren keek ik een documentaire over Stravinsky - heel mooi overigens - op Netflix (Once at a border van Tony Palmer). Dirigent Robert Craft was bevriend met Stravinsky en vertelt dat het offer voor de componist altijd belangrijk was. In die documentaire overigens geen woord over de fascistische sympathieën van Stravinsky. Maar uit de documentaire rijst een beeld van een zeer religieus mens. Wat dat betekent kun je in zijn muziek horen. Muziek drukt geen menselijke emoties uit, maar moet die emoties juist weglaten uit de muziek.

Een stuk waarin je dat laatste mooi kunt zien is de balletmuziek Les noces, waarin een jonge vrouw zich voorbereidt op haar huwelijk. Er wordt gezongen, maar de vrouw die we zien optreden en dansen is niet de stem die we horen. De stem van de jonge vrouw komt ergens anders vandaan. Mens en stem worden uit elkaar gehaald, en daarmee valt een cruciaal element van het humanisme weg. De muziek stijgt uit boven de mens en het lijkt alsof een andere, bovenmenselijke instantie nu gebruik maakt van de mens, zijn lichaam en zijn stem, als instrument om de muziek aan de gang te houden.

De mens blijft intussen wel bewegen, dansen, zingen, pianospelen. De grens tussen Les noces en Le sacre is flinterdun. Het lijkt of het huwelijk zelf een offer is, van de jonge vrouw, aan de man, maar meer nog aan de gemeenschap, en die stijgt in de muziek ook boven zichzelf uit.

Had Stravinsky eerlijker moeten zijn en moeten zeggen dat de muziek dit offer uitdrukt, het offer van vooral jonge vrouwen? Borduren we met filosoof Theodor W. Adorno voort op deze gedachte, dan beluisteren we de muziek als politiek statement. Het cordon sanitaire, om met Taruskin te spreken, is een vorm van misleiding. Muziek drukt wel degelijk iets uit, namelijk het offer van de mens aan hogere machten.

Ik hoop echt dat ik Stravinsky ook anders kan duiden. Zijn muziek maakt de afgelopen maanden weer enorme indruk op me. Mij spreekt ook aan dat hij uit Rusland wegtrok, zich in Frankrijk en Zwitserland vestigde, en later weer in de VS. Een onafhankelijke geest, en zoals wel meer componisten niet enorm geïnteresseerd in politiek. Als Stravinsky dus iets zegt over Mussolini zou je kunnen bedenken dat hij daarnaast ook muziek maakt die door diezelfde Mussolini niet erg bewonderd werd. Stravinsky belichaamt voor mij een onafhankelijke, sterke houding, waarin we afstand kunnen houden van menselijke lompheid en brutaliteit.

Sterk aan de houding van Stravinsky vind ik zijn religiositeit. Hij weet in zijn muziek een sfeer op te roepen waarin de mens zich deel voelt van hogere machten. Maar anders dan in het fascisme wordt hij niet geprikkeld tot daadkracht en heerszucht, maar nederigheid. Een andere krachtige lijn in Stravinsky is het belang dat hij hecht aan simpelheid en helderheid. Dat zien we met name in zijn latere, neoklassieke werken. Maar als je met die werken (bijvoorbeeld de Symfonie in C, of het Vioolconcert) in je achterhoofd naar de vroegere stukken luistert, hoor je daar ook die geest van transparantie. Ik hoor in het begin van de Sacre (een vroeg werk van Stravinsky) instrumenten die elkaar afwisselen met contrasterende karakters en bewegingen. Geen chaos, geen cultus van mist en duisterheid.

Dat offer moeten we wellicht niet zien als een werkelijk offer, de verdediging van de destructie van het individu door het collectief. Het offer wordt overgebracht van de samenleving naar de muziek, en opgenomen in de zelfexpressie van de muziek. Wij staan daar nooit buiten. We worden door die muziek niet weggevaagd, zoals de militairen die door Hitler of Poetin naar het slagveld worden gestuurd. Muziek is een beweging en een ruimte waarin we graag willen blijven, op onze plaats als luisteraar of uitvoerder. Of, zoals Stravinsky zelf in de documentaire, die vertelt dat componeren het ding is wat hij het liefste doet. Zitten en noten schrijven.

 Stravinsky's fingerprints • Inside Story

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Vertrouwd met stoffen - De wandtapijten van Marga-Tas

Ik heb al een weg afgelegd met mijn opvatting van het eigene. In de jaren tachtig leerde ik dat het om de Ander ging, en dat vervreemding zo...